Tegen het einde van het jaar is weer tijd om de balans op te maken van de vakantiedagen: hebben medewerkers nog verlof over van vorig jaar en wat krijgen ze toegekend voor dit jaar?
Onder andere vanwege de recuperatiefunctie, verlof is bedoeld om uit te rusten en bij te komen van het werk, hebben werkgevers er baat bij de opname van verlof te stimuleren. Maar ook om de bekende “stuwmeren” van verlof te voorkomen. Want er geldt weliswaar een vervaltermijn voor vakantiedagen, per 1 juli 2024 vervallen de wettelijke vakantiedagen die in 2023 zijn opgebouwd, maar dat is geen automatisme.
Een werkgever dient er concreet en transparant voor te zorgen dat een werknemer daadwerkelijk de mogelijkheid heeft om de jaarlijkse vakantie met behoud van loon op te nemen en dient de werknemer, zo nodig formeel, er toe aan te zetten vakantie op te nemen. De werkgever moet daarom een werknemer herhaaldelijk op precieze wijze en tijdig informeren over een eventueel verlies van vakantierechten die niet tijdig worden opgenomen. Alleen als een werkgever kan bewijzen aan deze informatieverplichting te hebben voldaan en een werknemer er kennelijk bewust voor heeft gekozen geen vakantie op te nemen, mogen wettelijke vakantierechten op grond van onze nationale wettelijke bepalingen komen te vervallen. Indien de werkgever de werknemers alleen op algemene wijze, bijvoorbeeld via het intranet heef geïnformeerd over het verval van vakantiedagen, is dat onvoldoende.
Wij adviseren werkgevers daarom om aan het begin van elk jaar alle werknemers aanwijsbaar, bijvoorbeeld met een individuele email, te attenderen op hun restant-verloftegoed (wettelijk en bovenwettelijk met bijbehorende vervaldata), hen te vragen om eventueel nog niet genoten wettelijke vakantie-uren in ieder geval vóór 1 juli op te nemen, en te wijzen op het gevolg van het niet opnemen daarvan (namelijk verval).